Vlak over de Nederlandse grens, in het Belgische Maasmechelen, wacht mountainbiker Jens Schuermans op Tom Dumoulin. Een ontmoeting van atleten uit twee verschillende wielerdisciplines. Het tweetal trainde regelmatig op een steenworp afstand van elkaar maar vandaag is het de eerste keer dat ze elkaar ontmoeten. Op de mountainbike, een fiets die Tom tijdens en na zijn carrière veelvuldig weet te vinden. We gaan op pad én in gesprek over twee wielerdisciplines: Het mountainbiken en wielrennen. 

Het materiaal

In het nabij gelegen Belgische Maasmechelen ontmoeten de twee elkaar bij het ouderlijk huis van Jens. Zoals het fietsers betaamt worden elkaars fietsen uitgebreid bekeken. Beide rijden op de Giant Anthem, een volgeveerde crosscountry mountainbike. 

Tom trekt eens aan de remhendels van Jens, duwt de vering in en voelt aan de banden. ‘Dat staat toch wat anders dan bij mij’. Spontaan lopen ze vervolgens Tom’s fiets na en maken wat kleine wijzigingen. Tom’s hendels worden afgesteld, de vering nagelopen en er gaat wat druk uit de banden. Qua technologie is een mountainbike toch behoorlijk anders dan een wielrenfiets, wat ook voortvloeit uit de technische reglementen van de UCI die voor het wielrennen stukken restrictiever zijn. Bij de mountainbike is er een veel grotere vrijheid, wat zich onder andere heeft vertaald in progressieve geometrieën. En, het (XCO) mountainbiken is een wedstrijdsport die korter, explosiever en technischer is dan het wielrennen. De zit is dynamischer, wat de afstelling of bikefit vrijwel onvergelijkbaar maakt ten opzichte van een wegfiets. 

Op pad

Het duo heeft er zin in vandaag en de singletrails worden vrolijk verslonden. Jens zit lekker actief op de fiets, gebruikt zijn dropper constant en speelt met zijn fiets. Tom is gewend aan een fiets die haast perfectionistisch is afgesteld op zijn lichaam. De dynamische houding én het gebruik van zaken als een dropper vereisen wat gewenning. Vergis je echter niet, want ook op de mountainbike blijkt Tom zich goed thuis te voelen. 

De oude mijnterrils in de omgeving zorgen voor een veelvoud aan paden, met de nodige hoogtemeters en nog behoorlijk technisch ook. Het tweetal rijdt er lekker op los en wisselt ondertussen ervaringen uit. Zo nu en dan blijkt Jens een iets te enthousiaste route te hebben uitgezocht en moet Tom even van de fiets af.  “Hij had me iets overschat denk ik. Hij dacht vast dat kan hij wel, als ex-prof. Op de weg rijd ik met de besten naar beneden, op de mountainbike vandaag sloeg ik toch een paar dingen over.” 

Twee werelden

Het wielrennen en mountainbiken zijn op punten vergelijkbaar, maar tegelijkertijd volstrekt anders. Bij het wielrennen is er een stuk tactiek dat van groot belang is. Tom:

“Het mooie aan wielrennen is het tactische spel dat erbij komt kijken. Het ploegenspel, slimmer zijn dan een ander, het uit de wind kunnen rijden. En dan op het juiste moment naar voren. Daar haalde ik heel veel lol uit.”

Voor Jens is het mountainbiken een perfecte vertaling voor wat hij ambieert. Zo is er het fysieke aspect van het mountainbiken, de techniek én juist dat individuele aspect. Toch wil dat niet zeggen dat het puur om jezelf draait. Een team is onmisbaar.

Presteren kan niet zonder de steun van heel veel mensen. We zijn heel close in het team, met de mechaniekers, de verzorgers en iedereen die mee is. Je bent gedurende het jaar vaak weken met elkaar op pad. Je wint en verliest dan ook samen.”

Voor Tom is het stuk natuurbeleving en het stukje adrenaline iets dat hem op de mountainbike krijgt:

“Als het gevoel goed is en alles lekker ‘flowt’ bij een mooie trail of afdaling, dat is echt een fantastisch gevoel. Wat ik ook mooi vind is dat je dicht bij de natuur staat. En die twee dingen samen zorgen voor dat heerlijke beetje adrenaline.”

Veelzijdig

In de afgelopen jaren zijn er meerdere renners geweest die in meerdere wielerdisciplines uitkomen. Denk aan grote namen als Wout van Aert, Mathieu van der Poel, Tom Pidcock en Pauline Ferrand-Prévot. Die kruisbestuiving werkt beide kanten op. Kennis en kunde van de ene discipline wordt overgebracht naar de andere. Soms uit onverwachte hoek. Zo vond ook Oscar Saiz, een voormalige downhill prof uit Spanje zijn weg naar het wielrennen en is hij onder meer actief aan Giant verbonden. Hij traint renners om technisch beter te worden. Ook nu nog is dat soms onderbelicht in het wielrennen, al begint dat te veranderen. Oscar:

“10 tot 12 jaar geleden was het Louis Delahaye (Rabobank) die naar me toe kwam en me vroeg of ik hen kon helpen om de renners veiliger af te laten dalen. Zo begonnen we destijds vanuit veiligheidsoogpunt te werken. Naarmate men zag welke invloed die verbeterde techniek had én dankzij de opkomst van vermogensmeters, kregen ze het inzicht dat je met die die techniek nog veel meer kon bereiken. De focus verplaatste van puur een stuk veiligheid naar ‘laten we kijken of we deze koers in de afdaling kunnen winnen’. Met vermogensmeters en GPS konden resultaten per sectie inzichtelijk worden gemaakt. Het resultaat is een hogere snelheid, meer allround renners en vertrouwen ongeacht de ondergrond of het weer.”

Oscar stipt nog een punt aan. Hij noemt het hebben van ‘dirt time’ ervaring één van de sleutels tot beter rijden. Daarmee doelt hij op renners die regelmatig te vinden zijn op de mountainbike of in het veld. Renners die die ervaring meenemen naar de weg, zijn vaak beter in het lezen van bochten, bepalen van rempunten en zo het behouden van hun snelheid. Uiteraard zijn er ook renners die van nature een aanleg hebben, zonder die offroad ervaring. Het verder aanstippen van techniek is vooral bij die twee categorieën makkelijk.

In welk voordeel resulteert die betere techniek? In één van de tests werd een afdaling van een 3-tal minuten gedaan. De snelste renner sloeg hier een gat van 15 seconden. Maar de tijd bleek niet het belangrijkste verschil te zijn. Een analyse van de vermogensmeter liet bij hem een gemiddeld vermogen van 90 watt zien, ten opzichte van 180 watt van één van zijn teamgenoten. Kortom, een winst op drie vlakken. Veiligheid, snelheid én efficiëntie. Die energie kan je als renner inzetten op een ander moment gedurende de koers. 

Het illustreert ook het belang van verder kijken dan je neus lang is. In iedere sport is het belangrijk dat je open blijft staan voor input van buitenaf. Zo kom je tot nieuwe inzichten en kom je vooruit. Zo zie je dat technologie uit het mountainbiken zijn weg vindt naar de weg én dat stuk rijtechniek meer aandacht krijgt. Andersom komen inzichten vanuit het wielrennen weer terecht bij het mountainbiken, zoals de (meer wetenschappelijke) aandacht voor voeding en specifieke training.

Verschillen

Onderweg bespreekt het tweetal allerlei zaken van hun sport. Van trainingsprogramma’s tot dagindelingen. De mooie momenten en de dieptepunten. Alle aspecten die bij topsport om de hoek komen kijken. Wat ook duidelijk is, is het belang van plezier hebben in wat je doet. Bij beide mannen is ook dat een rode draad in hun sportleven.  Een aspect dat voor Jens hem weerhield van de overstap te maken naar de weg. 

Jens:

“Ik vind het mooi om iedere dag te trainen voor mijn eigen doelen. Dat klinkt heel egoïstisch, maar daar haal ik heel veel voldoening uit. Om zelf om te gaan met die druk om te presteren. Dat is voor mij één van de hoofdredenen waarom ik ben blijven mountainbiken. Ik wil mijn eigen ambities niet opgeven. Ik heb heel veel respect voor rijders die voor een kopman rijden, maar ik zag dat niet zitten. Je hebt dan ook een kleiner veld van professionele atleten, omdat juist die individuele prestaties zo belangrijk zijn. Presteer je niet, dan verlies je je plek. Het is mooi om doelen te stellen en daarnaar toe te werken. Dat lukt niet altijd, maar als het lukt, dát is zo mooi. Voor mij is mountainbiken de mooiste sport die er is.”

Twee werelden, twee rijke carrières: de één gestopt, de ander nog volop actief. Verschillen maar ook overeenkomsten, die onderweg uitgebreid besproken werden. Twee mannen met een hart voor hun sport en waar het plezier in fietsen de boventoon draagt.

Tom:

“Superleuk om het met elkaar te hebben over je sport. Het zijn twee andere sporten, met andere belevingen maar tegelijkertijd zijn ze ook echt wel vergelijkbaar. Het raceprogramma, de dagindeling, je structuur als sporter. Heerlijke dag, twee mooie sporten.”

De techniek

Vanuit het mountainbiken zijn diverse vernieuwingen richting de weg gekomen. De schijfrem (inclusief ICE technologie), steekassen, bredere velgen, tubeless banden, bredere banden en de daarmee gepaarde lagere bandendruk. 

Over ‘local & beyond’

In deze reeks verhalen gaan Nas-Raddine Touhami en Irmo Keizer op stap op de mountainbike met diverse gastrijders. We zoeken het dichtbij huis op zoek naar uitdaging en bovenal plezier. De routes zijn veelzijdig, vaak voorzien van een historisch tintje, maar vooral inspirerend.

Gerelateerde verhalen

Deel dit artikel