Luik. De gemiddelde Nederlandse vakantieganger kent deze stad uitsluitend van het begin van hun rit op de Route du Soleil. Slingerend door asgrauwe betonnen kolossen wordt het gaspedaal verder ingetrapt op weg naar het zuiden. Wie verder kijkt dan die verhullende grijze sluier weet dat Luik meer biedt. Veel meer zelfs, vooral voor de mountainbikers onder ons. Steile, beboste hellingen van waaruit je zo de stad in- of uitrijdt. En ook de stad Luik zelf is het ontdekken waard. Keer en keer opnieuw.
We parkeren in de wijk Outremeuse, waar de in art-nouveau stijl gebouwde huizen de grandeur van weleer weerspiegelen. We ratelen over de boulevard om even later dwars door Luik’s kleine steegjes de stad te doorkruizen. Links en rechts staat uitgestald groente en fruit terwijl bewoners de deur uit stappen om hun dag te beginnen. Via de wijk Pierreuse rijden we richting de eerste helling. Links en rechts zijn er volkstuintjes. En tentenkampen van de minder gefortuneerden die hun toevlucht hebben gezocht in dit stukje groen.
Even later doemt tegen één van de vele steile hellingen, die deze stad zo strategisch gesitueerd doen liggen, de eerste klim al voor ons op. Een singletrack kronkelt omhoog, met fikse haarspeldbochten én wat trappen op het eind die de wattages omhoog doen schieten en het nodige van je technische skills vereisen. Mocht je met een groot voorblad rijden, dan word je direct al met de neus op de feiten gedrukt. We rijden bovenaan langs de nog resterende muren van de oude citadel en bunkers uit de Tweede Wereldoorlog verder. Aan de linkerzijde kijk je uit over Luik en haar omringende heuvels.
Even later draaien we de citadel in. Een indrukwekkende hoeveelheid gedenkkruizen staan er opgesteld. Dit was in de oorlog de plek waar de tot dood veroordeelde Belgen uit de regio Luik aan hun eind kwamen. We nemen het in ons op, lezen teksten op enkele van de vele kruizen en rijden via een trail weer richting de Maas. Op naar een ander stukje oorlogshistorie aan de overkant, het Fort de la Chartreuse dat in 1817 gebouwd werd door de Nederlanders.
De tand des tijds
Het is niet ons eerste bezoek aan dit fameuze fort, maar de tand des tijds heeft hier inmiddels hard toegeslagen. Jaren geleden was het fort nog in een behoorlijke staat, weliswaar in verval, maar in het fort waren vele muurschilderingen uit diverse periodes te zien. Na bezoek van velen is het fort inmiddels in een onherstelbare staat geraakt. Grote delen van het dak zijn aan het instorten, alle ruiten zijn ingegooid en muren onder gekalkt. De gebouwen worden steeds meer opgeslokt door het groen. Kronkelende paadjes brengen je langs de diverse gebouwen, daterend van de 19e eeuw tot eind 20e eeuw.
Terwijl we foto’s maken, blijven er steeds een jongen en zijn moeder bij ons in de buurt. Even later staan we buiten en al snel blijkt dat Tom herkend is door de jongen, die Nederlands blijkt te zijn. Zijn moeder vraagt om een handtekening en een kort praatje later vervolgen wij onze weg. We dalen af naar Grivegnée, dwars door woonwijken, over paadjes, asfalt en kasseien. De beklimmingen die volgen zijn ongenadig. Maar, als je omhoog gaat volgt uiteraard ook een downhill en een heerlijk flowy voorbeeld volgt in het bos van Beyne. Al worden we direct erna alweer afgestraft, met een flinke kuitenbijter waar ons Maastrichtse vlindertje even zijn tanden laat zien.
Inmiddels raken we de Ardennen en wordt het echt mountainbiken. Én dat op maar een steenworp afstand van de Nederlandse grens. Mountainbiken is hier simpelweg subliem, technisch, steil én flowy. We rijden over één van de specials uit de Belgian Enduro Cup. Iedereen rijdt op zijn eigen snelheid omlaag, maar met een lach van oor tot oor. Dat plezier zou alleen nog maar groter worden bij Chaudfontaine, één van België’s bakermatten qua enduro en downhill trails. Het gebied huisvest nu een heus trailcenter, met enkele echt mooie trails.
We rijden naar boven, duiken over de oude bunker het bos in en al snel denderen we over de rotsen naar beneden. Haarspeldbochten, offcamber secties én enkele flink steile stukken schieten onder de wielen door. Heerlijk. De trails in deze route zijn overigens prima te rijden met een XC hardtail, mits je een dropper hebt én de nodige skills. Maar, voor optimaal genot is een fully stukken beter hier. De overige trails zijn voor gevorderden op de enduro fiets.
Een paar honderd meter lager rijden we in het dal van Vesdre, waar in 2021 nog enorme overstromingen waren en tot op de dag van vandaag de sporen zichtbaar zijn. Na een kort vlak stukje dient zich alweer de volgende klim aan klim richting Ninane. Een exemplaar waar je U tegen zegt. Steile haarspeldbochten, leistenen en wortels. 140 hoogtemeter later rijden we door Ninane. Na een korte afdaling loopt het pad alweer steil omhoog naar Fort Embourg en zo laten we de Vesdre vallei achter ons.
De duik naar de Ourthe Vallei is een heerlijk technische maar nogal steile trail. Dit is er één waar we tegen de limieten van onze fietsen op botsen, maar het vergroot het plezier alleen maar. De omstandigheden zijn subliem en zonder kleerscheuren komen we even later met zowaar wat verzuring in de armen beneden.
Herstellen om af te zien
Langs de Ourthe trappen we de benen even lekker los. Tijd om richting Sart-Tilman te fietsen. De omgeving hier is prachtig, paden langs kleine waterstromen, technisch omhoog en uiteraard omlaag. We rijden een pad omhoog waar we al veelvuldig hebben afgedaald, in de achtertuin van Martin Maes. Op de splitsing die volgt kiezen we voor links in plaats van rechts en wat volgt is een technische klim die bezaaid ligt met wortels en keien. Uiteraard inclusief datzelfde percentage aan stijging waaraan je inmiddels gewend bent hier. Goed sturen, kracht zetten op het juiste moment, een heerlijke uitdaging.
We vervolgen onze weg door het bos, langs één van de jumplijnen die hier liggen. Inmiddels hebben we de nodige kilometers- en hoogtemeters in de benen, dus bij het oversteken van de weg schieten we het tankstation binnen. Op de stoep verorberen we de betere baksels, vullen we de bidons en nemen nog wat extra repen mee voor de finale van de dag.
Via de universiteitsgebouwen en het Liege Science Park rijden we naar de trails die richting Ougree gaan. Wat volgt is één van die verbazingwekkende abrupte overgangen die het biken hier nu juist zo mooi maken. Je gaat van puur natuur, direct naar het oude industriële hart van de stad Luik. Overigens is het laatste stuk afdaling snel. Heel snel. Wolken van stof vliegen op.
Hart van de staalindustrie
Ardens bos maakt plaats voor het oude hart van de staalindustrie. Opgericht door de Engelsman John Cockerill in 1817, met als doel het staal voor zijn weefmachines te produceren. Enorme fabrieken verrijzen er, tot de neergang die begon in de jaren 80 van de vorige eeuw. Fusie op fusie volgt, totdat uiteindelijk Arcelor de deuren sluit van de hoogoven van Seraing en Ougrée in 2005. De hoogoven in Seraing zou nog even, twee jaar later, worden opgestart onder de vlag van wat nu ArcelorMittal is, maar nog datzelfde jaar wordt de deur definitief gesloten. Ook de gieterij moet een jaar later, in 2009, de deuren sluiten. Ook de staalwalserij van Chertal volgt in 2010, gevolgd door sluiting van de hoogoven van Ougrée datzelfde jaar.
In 2011 worden alle bedrijfsactiviteiten beëindigd en volgen de laatste sluitingen. 1300 banen verdwijnen, 800 blijven er over in de zogenaamde ‘koude lijnen’ van ArcelorMittal. Ondanks diverse plannen tot heropstarting van de gigantische complexen is de ondergang beklonken.
Vergane glorie
Deels zijn de fabrieken al gesloopt, deels geplunderd. De enorme verweerde, apocalyptisch uitziende installaties schieten langs ons oogvlies. De zware lucht hangt er tot de dag van vandaag nog. De oude wijken eromheen zijn verpauperd, met oude reclames, gebroken ruiten en afval op straat. De contrasten zijn hier groot maar ook dat heeft zijn charme. We rijden op en af door de buitenwijken van Seraing. Over trappen, kasseien en paadjes bij mensen in de achtertuin. Een fascinerende urban jungle.
Via het centrum steken we de Maas weer over en verlaten we weeral een kuitenbijter Seraing. In de verte zien we ons volgende doel liggen, de mijnterril van Piron. Voor we die bereiken eerst nog een gave trappenafdaling een de befaamde Saint-Nicolas. Op de top maken we dankbaar gebruik van een oud bankstel waar we het immense industriële gebied kunnen overschouwen.
Urban downhill
Over een singletrack verlaten we de mijnterril om via de buitenwijken aan de rand van het centrum het laatste deel van de route aan te vatten. Over talrijke trappen, kasseiweggetjes en door steegjes, komen we uiteindelijk uit aan achterzijde van station Guillemins. Door de catacomben van het door de wereldberoemde Calatrava gebouwde pand laveren we nogmaals de stad en gaan nog één keer de hoogte in. Een gebogen hoofdje volgt met moeite van een van ons, maar gezeurd wordt er niet. Doorstoempen is het motto.
Een stukje urban downhill later maakt de armen nog even goed moe. Even later ploffen we neer bij de Libanees, die na het nodige zoekwerk alsnog gevonden is. Na 68 kilometer en 1700 hoogtemeters zijn wel toe aan een stevig maal.
Luik stelt nooit teleur. De stad en omgeving biedt een enorme verscheidenheid aan avontuur. Van prachtige kasseienklimmen, gruwelijke afdalingen over steile trappen recht het centrum in, tot paden dwars door oude forten en verdedigingswerken én dan ook nog eens massa’s trails rondom de stad in de natuur. Fysiek zonder enige twijfel loodzwaar. Luik biedt veel. Heel veel. En na ons zoveelste avontuur zijn we er nog lang niet op uitgekeken.
Praktische informatie
Parkeren
Place du Congrès, Luik, België (veel parkeermogelijkheid op straat of in nabijgelegen parkeergarages)
Conditie & uitrusting
Mountainbiken rondom Luik is mooi, maar zwaar. Een goede conditie is hier echt een must, en houdt rekening met je versnellingen (32 voor, of kleiner, is ons advies). Daarnaast zijn de afdalingen hier technisch en steil; goed werkende remmen, goede banden (tubeless) en ook die dropper is een must hier. Denk ook aan reservemateriaal, en neem voldoende eten en drinken mee.
Route
Variant die korter is, met minder hoogtemeters en minder technisch.
Over ‘local & beyond’
In deze reeks verhalen gaan Nas-Raddine Touhami en Irmo Keizer op stap op de mountainbike met diverse gastrijders. We zoeken het dichtbij huis op zoek naar uitdaging en bovenal plezier. De routes zijn veelzijdig, vaak voorzien van een historisch tintje, maar vooral inspirerend.